Lactose-intolerantie

Wanneer het lichaam onvoldoende van de stof Lactase aanmaakt spreken we van Lactose intolerantie. Lactase is een stof die er voor zorgt dat het lichaam lactose verteerd. Lactose is een suiker die we vinden in melk en andere melkproducten.

De stof Lactase wordt aangemaakt in de wand van de dunne darm. Wanneer het lichaam hier niets of onvoldoende van aanmaakt zorgt dit ervoor dat Lactose onverteerd in de dikke darm terecht komt. De bacteriën in de dikke darm zorgen er vervolgens voor dat de lactose haat vergisten. Wanneer dit gebeurt spreken we van lactose intolerantie en kunnen er allerlei klachten ontstaan.

Deze klachten kunnen bestaan uit: een opgeblazen gevoel, buikkrampen en winderigheid, diarree en buikpijn.

Er zijn dir verschillende manieren waarop u Lactose intolerantie kunt ontwikkelen. Lactose intolerantie is namelijk een allergie, en die kunt u ontwikkelen. De eerste manier is de meest voorkomende, Primaire lactose-intolerantie. De tweede manier heet Secundaire lactose-intolerantie en kan ontstaan door een beschadiging aan de dunne darmwand. Deze beschadiging kunt u oplopen door bijvoorbeeld een darmoperatie, bestraling van de darmen of een darminfectie. De derde en meest zeldzame manier van lactose intolerantie is de vorm die erfelijk doorgegeven wordt. Deze vorm wordt ook wel aangeboren (congenitale) Lactose intolerantie genoemd. Bij deze vorm maakt het lichaam vanaf de geboorte al (te) weinig lactase aan.

Lactose intolerantie kan op verschillende manieren vastgesteld worden. Zo is er de waterstof-ademtest, eliminatie-provocatie test en de lactose tolerantie test.

Bij de waterstof-ademtest krijgt u een suikeroplossing met lactose. Voorafgaand en na het innemen van deze oplossing wordt waterstof in de uitgeademde lucht gemeten. Door de waardes van de waterstof te meten kan een arts zien of er sprake is van lactose intolerantie.

Bij de eliminatie-provocatie wordt middels een speciaal dieet het lactose gehalte van uw eten verlaagt en vervolgens verhoogt. Wanneer de klachten dan toenemen en vervolgens afnemen kan lactose intolerantie vastgesteld worden.

En als laatste is er de lactose tolerantie test. Bij deze test wordt er een bepaalde hoeveelheid lactose ingebracht. Doordat de lactose niet wordt afgebroken en opgenomen door het lichaam zal het bloedsuikergehalte stijgen. Door op verschillend momenten bloed af te nemen kan ook middels deze manier lactose intolerantie vastgesteld worden.